Christen Forum Limburg

De goede Samaritaan

Er is over de overleden paus oeverloos veel geschreven. Het oordeel blijft m.i. vaak steken in oppervlakkigheden en ontgoocheling over onvervulde verwachtingen.

Het oordeel over deze paus moet in een breed historisch perspectief worden gezien.

Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) was een reactie op de crisis in de Kerk die alsmaar scherper vormen aannam. De zgn. nieuwe theologie vond dat de Kerk dichter bij haar oorsprong moest komen.

De rooms-katholieke kerk zat volgens kerkhistoricus Jean-Pierre Delville (UCL) aan het einde van de jaren vijftig op meerdere fronten klem, waardoor de noodzaak groeide om het over een andere boeg te gooien. Problemen die al decennia, zo niet eeuwen aansleepten, werden stilaan onontkoombaar.

Moderniteit

De eerste uitdaging was om een modus vivendi te vinden met de moderniteit. Het probleem is dat de moderniteit een ander gezag erkent dan dat van religie, cultuur en traditie.

“De mens moet gezien worden als een natuurlijk en met rede begaafd wezen dat kan vertrouwen op de principiële mogelijkheid van kennis door middel van zijn ratio en de groeipotentie daarvan. De ongekende dynamiek van de moderniteit berust op het enorme vertrouwen in de rationele natuur van de mens. Raisonnement en raison (en daarmee ook: maat, evenwicht, proportie) moeten, zullen, een naar de mens gemeten, humaan savoir faire en savoir vivre mogelijk maken. Met dit geloof in de rede van de mens, deze scheidsrechter in alle kwesties van de waarheid, begint de Nieuw Tijd.”
(Hans Küng)

De Kerk is met dit nieuwe wereldbeeld nooit ten volle in het reine gekomen, ondanks pogingen in die richting, met name op het concilie.

Waarheid en dogma

De Kerk heeft vele waarheden geponeerd in haar leestellingen en dogma’s die zij met goddelijke volmacht verkondigt. Voor velen lijkt een van haar kernopdrachten dan logischerwijze ook te bestaan in het zuiver houden van de – onveranderlijke – leer. Een verwijt aan Franciscus is dat hij halsstarrig was in de leer. Terwijl dat precies is wat zijn opdrachtgevers van hem verwachtten.

Het hoeft niet zo te zijn. In de negentiende eeuw betoogde de (later heilige) kardinaal Newman al dat dogma’s geen onveranderlijke waarheid zijn. De geschiedenis van de Kerk zelf geeft volgens hem aan dat waarheid niet per se absoluut is in die zin dat zij definitief en onveranderlijk is uitgesproken: het ene concilie heeft meermaals het andere gewijzigd. Leerstellingen zijn een – menselijke en dus mogelijk onvolkomen – poging om de implicaties van de Openbaring te verwoorden.

Vastgesteld moet worden dat Franciscus zich in dit opzicht heeft gedragen als een volgzame paus. Al moet daaraan worden toegevoegd dat hij zelden met leerstellingen heeft gezwaaid. Hij had andere prioriteiten.

Weg van een keizerlijke Kerk

In zijn conferentie voor Christen Forum over De Kerk tussen Evangelie en Instituut (24 oktober 2011) had monseigneur Jan Dumon het over een vergiftigd geschenk in de loop van de geschiedenis van de Kerk:

“Toen keizer Constantijn zich bekeerde tot het christendom maakte hij daarvan de staatsgodsdienst en gebruikte de Kerk om zijn politiek te ondersteunen. Het gevolg is geweest dat onze Kerk vanaf de vierde eeuw tot op vandaag een model heeft ontwikkeld waar institutionele verankering, gebruik van macht, gebruik van prestige, gebruik van grote middelen, een vanzelfsprekende zaak zijn geworden. Waar in de liturgie zeer veel symboliek is binnengekomen van de keizercultus, en waar de kerk zeer zwaar gehiërarchiseerd is geraakt.”

“Het is alsof het stuk evangelie wegvalt waar Jezus zegt: je weet wel wat er gebeurt onder de groten van de aarden, ze laten hun macht voelen, en diegenen die eronder staan die moeten het voelen. Bij u moet het er niet zo aan toe gaan, want gij zijt allen broeders.”

De onveranderlijk lijkende bestuursvorm van de Kerk komt dus niet van God. Jan Dumon pleitte in plaats daarvan voor een broederlijke Kerk. “Ik denk dat wij nog maar nauwelijks aan het begin zijn van het ontmantelen van deze geschiedenis. En dat een goed stuk van de problemen van de Kerk in Europa en in Zuid-Amerika niets anders is dan de tegenreactie tegenover de monarchale, hiërarchische, eigenlijk arrogante institutie Kerk.”

Barmhartige Samaritaan

De droom van n Jan Dumon was profetisch. Het is precies in dat streven naar een meer broederlijke Kerk dat de grote verdienste van paus Franciscus ligt. Hij heeft niet alles willen of kunnen veranderen maar schudden aan de boom van de keizerlijke Kerk is een uitdaging waarvan we de dimensie nauwelijks kunnen overschatten.

Omwille van zijn vele – indrukwekkende – démarches prijst men Franciscus als een pastorale paus, die de leer ongemoeid liet. Alsof een pastorale benadering een zijspoor is, waarvan het conclaaf moet terugkomen. Leer en dogma zijn droge stellingen: zij zijn slechts menselijke pogingen om iets uit te drukken of om een organisatie te stroomlijnen. Zij enthousiasmeren nauwelijks iemand, behalve misschien de bedenkers.

Ik zou durven stellen: kijk niet naar uw dogma’s, kijk naar uw pastoraal. Of krasser nog: uw pastoraal is eigenlijk uw dogma: uw pastoraal is het bewijs van uw pogingen om evangelisch te leven, niet de vele leerstellingen die gij God in de mond legt.

Wat de kerk vandaag de dag het meest nodig heeft, is het vermogen om wonden te helen en de harten van de gelovigen te verwarmen; ze heeft nabijheid nodig, nabijheid.

Ik zie de kerk als een veldhospitaal na een veldslag. Het heeft geen zin om een zwaargewonde te vragen of hij een hoog cholesterolgehalte heeft en hoe hoog zijn bloedsuikerspiegel is!
Je moet zijn wonden helen. Dan kunnen we over al het andere praten.
Heel de wonden, heel de wonden.
Paus Franciscus


The Washington Post citeert in zijn in memoriam de pauselijke biograaf Marco Politi: "Franciscus heeft alle obsessies die de kerk had] met seksualiteitskwesties van tafel geveegd – je hebt geen discussie meer over relaties vóór het huwelijk, over gescheiden mensen, over de vraag of] homoseksuelen of transgenders zonen en dochters van God zijn. Hij was het beeld van de Barmhartige Samaritaan, en via hem was het beeld dat hij van de kerk schetste dat van een Barmhartige Samaritaan."

De goede Samaritaan

De enorme verdienste van deze Paus – met hoofdletter – is dat hij consequent de Goede Samaritaan wilde zijn.

Hij wilde dat zijn Kerk een Goede Samaritaan zou zijn.

Omdat God een Goede Samaritaan is.

Ik ontmoette monseigneur Jan Dumon na zijn terugkeer uit Rome (waar hij in de curie hoofd was van de Pauselijke Missiewerken). Franciscus was net aan zijn pausschap begonnen. “Als hij vijf jaar krijgt, dan is het onomkeerbaar”, zei Dumon.

Voor die blijvende ommekeer bid ik in dankbaarheid.

Rudi Draye
Lid van de stuurgroep